“Zoals ik het nu zie zijn duurzaamheidsinitiatieven in de mondzorg erg vrijblijvend en worden soms belemmerd door wet- en regelgeving. Maar het initiatief moet vanuit de markt komen. Wet- en regelgeving en hygiëneprotocollen geven weinig ruimte binnen de zorg om minder afval te genereren. 90% van het afval bestaat uit ‘single-use’ producten om kruisbesmetting tegen te gaan. Het gaat dan vaak om combinaties van plastics of van papier en plastic. Hergebruik wordt daardoor heel lastig. Daarnaast zie je de biologisch afbreekbare plastics hun opmars maken. Maar wat is het beste voor het milieu? En waar moet je dan beginnen?”
Je leest ons tweede deel van de serie ‘De staat van Duurzaamheid in de Zorg’ waarin we met experts, verantwoordelijke en thought leaders de staat van duurzaamheid en de circulaire economie in de zorg gaan onderzoeken.
Wie is Michiel Lieshout?
Iemand die zich graag breed oriënteert. Michiel kan zichzelf helemaal verliezen in bepaalde thema’s en weet daarin te ondernemen en mensen bij elkaar te brengen. Zo is Michiel bijvoorbeeld in het verleden een opleiding gestart voor jonge tandartsen en is hij zich gaan specialiseren in de relatie tussen topsport en mondgezondheid. Michiel geeft regelmatig cursussen aan collega’s en publiceert artikelen in vakbladen. Uiteindelijk hoopt Michiel mensen te helpen door een inspirator te zijn en andere het juiste voorbeeld te geven.
Na een mooie start van zijn tandheelkundige carrière bij de Koninklijke Marine is hij zich verder gaan verdiepen in de tandheelkunde. In Amsterdam heeft hij vele jaren in de bijzondere tandheelkunde gewerkt en dan vooral met patiënten met kanker in het hoofd-halsgebied. Uiteindelijk heeft hij toch voor een eigen praktijk gekozen. Samen met een studievriend is hij nu werkzaam in een praktijk voor algemene en complexe tandheelkunde en mondzorg in Berkel en Rodenrijs (TandartsenPraktijk Lansingerland). Daarnaast is hij, in samenwerking met Dentiva, gestart met het advies geven aan mondzorg praktijken over de mogelijkheden om te verduurzamen.Zijn interesse in duurzaamheid is pas in de laatste jaren aangewakkerd. “Enkele jaren geleden werkte ik in een praktijk waar de vuilniszakken aan het einde van de dag net voor mijn deur werken verzameld. Dit was voor het eerst dat ik zag hoeveel afval we produceerden. Dit heeft me aan het denken gezet. Daarvóór heb ik er eerlijk gezegd nooit bij stil gestaan.” Je ziet het proces namelijk niet, aan het einde van de dag handelt je assistente het afval af in de praktijkruimte. Gemiddeld wordt één volle afvalzak per kamer weggegooid, voornamelijk gevuld met wegwerpproducten voor eenmalig gebruik.
Het gebruik van wegwerpproducten is de laatste jaren toegenomen. Kosten, gemak en aanbod zijn hiervoor verantwoordelijk. De kosten zijn laag en de alternatieven worden steeds schaarser. Meest in het oog springend zijn de wegwerphandschoenen. Op internet vond Michiel een artikel over het hergebruiken als grondstof voor bijvoorbeeld wachtkamerstoelen. Dat moeten we hier ook starten, dacht hij heel naïef. Navraag bij een grote afvalverwerker leerde hem dat dit hele dure en ingewikkelde processen zijn en dat alle handschoenen in Nederland bij elkaar nog geen rendabele business case vormde.
Het dilemma van initiatief tussen de overheid en de praktijk
Verduurzaming in de zorg is een traag proces, maar dat is misschien wel goed. Als verandering te snel gaat dan zijn de processen niet duidelijk en goed uitgedacht. Je moet namelijk over elk stapje gaan nadenken in de verduurzaming. Logistiek, productie, verwerking, huisvesting, decontamineringsproces etc. Aan de andere kant, hoeveel tijd heb je nog? Je kan er 20 jaar over doen om uiteindelijk tot een solide proces te komen. Daarnaast zijn naar mijn mening de initiatieven redelijk vrijblijvend. Uiteindelijk moet er dus wetgeving komen die bepaalde duurzame processen zal verplichten als we deadline voor 2050 willen halen. Maar je kan dan ook niet iets opleggen, samen moet je het doen. Kijk maar bijvoorbeeld naar de implementatie van de WIP-richtlijnen. Op de werkvloer is er een enorme weerstand ontstaan. Dat brengt ons in een lastig dilemma tussen overheid en de realiteit in de praktijk (top-down vs. buttom-up). Het initiatief moet vanuit de markt komen indien we een nieuw en succesvol duurzaam proces willen ontwerpen waarbij de intrinsieke motivatie voorop staat. Maar momenteel geeft de overheid weinig ruimte om te experimenteren of biedt het weinig stimuleringsmiddelen zoals bijv. een belasting op nieuw plastic.
Bewustwording, samenwerking -en communicatie
Binnen de zorg moet het idee ontstaan dat we zelf moeten starten met duurzaamheid. De markt moet de ruimte kunnen krijgen, de overheid zal deze initiatieven moeten monitoren en succesverhalen vervolgens stimuleren en waar mogelijk faciliteren. Alles valt of staat met goed overleg en een juiste afstemming tussen de overheid, de zorg en de producenten. Daarnaast is onderzoek nodig om te beoordelen of we inderdaad duurzamer bezig zijn. We staan aan het begin van allerlei nieuwe processen en deze moeten getoetst worden. Wat werkt wel en wat kunnen we beter laten. Binnen deze driehoek zijn bewustwording, samenwerking en communicatie de sleutelwoorden. Door bewustwording bij de zorgverleners krijg je automatisch ook de juiste vragen aan de producenten. Producenten kunnen op hun beurt de ontwikkelingen op het gebied van materialen in de gaten houden om zo een duurzamer product samen te stellen. De producent moet dus linksom of rechtsom ook bereikt worden en gemotiveerd raken om zich aan te gaan passen aan het nieuwe proces.
Wat is de belangrijkste volgende stap?
Bewustwording met betrekking tot de stappen die nodig zijn om er uiteindelijk te komen. Het is daarom belangrijk dat men er kennis over gaat vergaren. Het ultieme doel is dat er in elk werkproces een component duurzaamheid wordt meegewogen, of het nou inkoop, personeelsbeleid of patiëntbehandeling is. Wat heeft het voor impact op het milieu en op de omgeving? Over het algemeen wordt de urgentie in de mondzorg nog niet gevoeld. Toch hoor ik van steeds meer collega’s dat ze er wel over nadenken en vragen hebben over mogelijke aanpassingen in de praktijk. Het aanpassen van werkprocessen is vaak lastig en kan in het begin soms meer geld kosten. Echter uiteindelijk is het de bedoeling dat we minder gebruiken, meer hergebruiken en minder afval produceren. Uiteindelijk is duurzaam handelen ook besparen!
Om verandering vol te houden moeten we ook zien dat het effect heeft. Dat is de beloning. Als we bijvoorbeeld ons best doen om plastic te scheiden dan zijn de berichten over een grote containers vol met ons plastic naar lagelonenlanden geen goede pr. Het is dus ook aan de bedrijven, afvalverwerkers en producenten, om ons mee te nemen en te laten zien wat er wel kan en niet kan.
Voor een duurzame transitie moet er vraag zijn naar de grondstoffen in ons afval. Nu is nieuw geproduceerd plastic bijvoorbeeld gemiddeld goedkoper dan gerecycled plastic. Dit komt voornamelijk omdat de afvalkosten niet verwerkt zijn in die nieuwprijs. Maar als de vraag naar gerecycled plastic maar hoog genoeg is dalen de kosten. Het model moet daarom veranderen en dat begint met bewustwording en inzicht van de huidige dilemma’s van ons eigen systeem.
Wat is de rol van de afvalbak in het verduurzamingsproces?
Zoals bij Michiel, de productie van grote hoeveelheden afval het meest in het oog sprong, zo blijkt dit ook voor veel collega’s te zijn. We willen iets met dit afval kunnen doen. Echter in de mondzorg denken we nauwelijks na over ons afval. Ook in het ontwerpen van een behandelkamer is er vrijwel geen ruimte om meerdere stromen afval te verzamelen. Er is vaak één grote centrale afvalbak. De afvalbak heeft een afvalbak ontwikkeld die te gebruiken is in de veelal kleine behandelkamers. Hiermee stimuleren zij een proces waarbij we uiteindelijk gebruik kunnen maken van het door ons geproduceerde afval. Als we dan toch afval produceren dan moeten we dit ook kunnen scheiden in zuivere stromen van één product. Dan is de grondstof weer her te gebruiken en kunnen we weer nieuwe producten voor bijvoorbeeld de zorg maken. Zo is de cirkel rond!
De brancheverenigingen, KNMT en NVM nemen het voortouw!
Nagenoeg elke branche is bezig met duurzaamheid. Binnen de mondzorg worden de geluiden om te verduurzamen steeds meer gehoord. De brancheverenigingen KNMT en NVM zijn zich ook aan het oriënteren op dit thema. Michiel hoopt dat de brancheverenigingen met een krachtig signaal aangeven dat er urgentie is en dat we ook in de mondzorg stappen moeten zetten.
Om dit moment lijkt het voor veel collega’s nog een hobby. Iets wat leuk is voor de buurman misschien. Onderzoek laat wel zien dat er veel interesse maar er worden vele hobbels gezien. Het ontbreken van kennis over de mogelijkheden en tijd om je daarin te verdiepen beperkt collega’s om te starten. De KNMT en de NVM kunnen daarin bij uitstek een stimulerende en faciliterende rol spelen. De Green Deal duurzame zorg, een initiatief dat door VWS gesteund wordt, verzameld die kennis en is bezig een route kaart uit te stippelen. Met deze kennis ondersteunen ze de brancheverenigingen in de zorg.
Interesse in onze Afvalbakken?
Laat het ons weten. Wij helpen je graag met een advies op maat.